Groot Brittannië kreeg in januari 2018 al een minister van Eenzaamheid: Tracey Crouch. Omdat er sprake was van een ‘eenzaamheidsepidemie’: niet minder dan negen miljoen Britten geven namelijk aan zich regelmatig alleen te voelen. Toenmalig premier May beloofde toen ook een begrotingspost om programma’s tegen eenzaamheid te ontwikkelen. Crouch zette hiermee het werk van de vermoorde politica Jo Cox voort die een eenzaamheidsfonds had opgericht voor haar dood. De Jo Cox Commission on Loneliness riep al langer om een minister voor Eenzaamheid.
Eenzaamheid even schadelijk als roken (?)
Uit een toenmalig Brits onderzoeksrapport werd geconcludeerd dat eenzaamheid even schadelijk is als het roken van vijftien sigaretten per dag en dat eenzame mensen 30 procent meer kans hebben op een hartaanval en 26 procent meer kans om voortijdig te overlijden. Ook zouden ze meer van het stresshormoon cortisol aanmaken en slechter slapen. In totaal zou zeker een op de tien Britten zich regelmatig alleen voelen.
Veel mensen zien eenzaamheid als een ouderdomskwaal, maar dat klopt niet. Eenzaamheidsgrafieken pieken juist rond het 35ste levensjaar en daarna weer bij 75-plus.
Juist als het leven volop aan veranderingen onderhevig is, ligt eenzaamheid op de loer.
Vaak komt dit door zaken als echtscheidingen, werkloosheid, werkstress of financiële problemen.
Ook in Nederland gingen de alarmbellen al af in 2013, toen in Rotterdam een vrouw pas tien jaar na haar dood in haar woning werd gevonden.
En hoe zit het in België?
Ook In Vlaanderen moet een minister komen om eenzaamheid te bestrijden, zo kon je begin 2019 overal lezen. De grootste politieke partijen in Vlaanderen wilden de verantwoordelijkheid hiervoor neerleggen bij de minister van Welzijn en Gezondheid. Ook de publieke omroep, steden en gemeenten zouden het taboe moeten doorbreken, zo klonk het. Niets wijst er op dat al die eenzame Belgen binnenkort een staatssecretaris voor eenzaamheid zullen krijgen. Eind december 2019 werd nog een 42-jarige man dood aangetroffen in zijn appartement in Brugge. De man was al enkele weken overleden. De politie trof zijn lichaam woensdagmiddag in verregaande staat van ontbinding aan. Er is nog niets veranderd…
Maar in Sint-Truiden hebben ze niet op gewacht op de overheid: sinds januari 2019 hebben ze daar een wethouder van Eenzaamheid, Pascy Monette. Marktkramer Monette staat elke zaterdag achter een groente-en fruitkraam. Daar ontmoet hij mensen die zich alleen op de wereld voelen. Er is ook een meldpunt waar mensen kunnen signaleren als ze merken dat iemand in een isolement zitten. En je kan er naar een soort van ‘gelukswinkel’, een plek waar mensen die contact willen met anderen naar toe kunnen voor een gesprekje en doorverwijzingen naar hulpinstanties.
Met geld los je in dit geval niets op, aldus Pasci. Het gaat erom dat mensen durven te praten over dit onderwerp. Als jij nu zorgt dat jij je naaste buren kent en aanspreekt, heb je al een verschil gemaakt. Daarmee brengt Sint-Truiden alvast in de praktijk wat Dirk De Wachter zo vurig bepleit.
Maar stel dat we op een dag dan toch zo’n minister van eenzaamheid krijgen, wat moet hij/zij dan precies doen? Hoe bestrijd je eenzaamheid eigenlijk en wat heeft een mens nodig om zich verbonden te voelen?
Huidhonger stillen…
Het menselijk lichaam is ingesteld op contact met soortgenoten. Bij fysiek contact maakt ons lichaam het hormoon oxytocine aan, ook wel het knuffelhormoon genoemd. Het stimuleert onze hechting, empathie en zorggedrag voor anderen; het helpt ons beter met elkaar communiceren; het bevordert ons vertrouwen in de anderen en helpt ons conflicten oplossen en beter samenwerken. Bovendien vermindert het angst en stress.
Tastzin is overigens het eerste zintuig dat we ontwikkelen en de huid is ons grootste orgaan, en toch raken we elkaar in het Westen nog amper aan.
Ik vond in De Standaard dit experiment: een maand lang alle aanrakingen turven en er tegelijk proberen beter in te worden.
Ik heb behoefte aan lijfelijk contact. Huidhonger, heet het. Als er een woord voor bestaat, moeten nog meer mensen ermee te kampen hebben. Toch voel ik me te beroerd om mijn nood uit te spreken. Ik heb al dagenlang geen mens meer aangeraakt. Maar ik kan toch niet op straat gaan staan met een bordje: Pak mij eens vast, a.u.b.? Dat zou pas treurnis zijn. Ook tegenover mijn vrienden ben ik te stoer (of wellicht te beschroomd) om hun hand of schouder te vragen. Ik wil niet zielig overkomen.
Het ziet er alvast niet naar uit dat we op korte termijn een minister van eenzaamheid zullen krijgen in België. Ook over de minister van eenzaamheid in Engeland vind ik bitter weinig terug. Aanraking is voor velen complex geworden. Knuffelen, we zijn er niet goed in. We weten niet meer hoe het moet.
Misschien dat we ondertussen alvast het experiment uit de standaard zelf eens kunnen uitproberen?