Vandaag start de periode waarbinnen werkgevers een mogelijk misbruik van kandidatuurstelling bij sociale verkiezingen kunnen aanvechten voor de rechtbank. Kandidaten genieten immers speciale ontslagbescherming. Maar nietigverklaring komt er slechts in 1 op 5 dossiers, zo blijkt uit een screening van dossiers door onderzoekers van de UGent, dat getrokken werd door Jan Vanthournout senior legal manager bij SD Worx. SD Worx waarschuwt werkgevers dat de bewijslast bij hen ligt.
Tussen 9 en 31 oktober kan een werkgever een vermoeden van misbruik aanhangig maken bij de rechtbank. De exacte termijn is afhankelijk van de gekozen kiesdatum en van het verloop van de interne bedrijfsprocedures.
Jan Vanthournout, Senior Legal consultant bij SD Worx: “Werknemers die zich kandidaat stellen voor de sociale verkiezingen, zijn wettelijk beschermd tegen ontslag. Het maakt hierbij niet uit of ze ook effectief verkozen raken. Die bescherming houdt in dat ze alleen ontslagen kunnen worden om een door de rechtbank erkende dringende reden of een economische reden die vooraf door het paritair comité is erkend. Een gewone ontslagmotivatie – slechte prestaties bijvoorbeeld – volstaat dan niet.”
Bewijslast bij werkgever
Maar wat als de werkgever vermoedt dat een bepaalde werknemer zich niet kandidaat stelt uit engagement voor het sociaal overleg, maar louter en alleen voor die ontslagbescherming? Omdat zijn of haar job door herstructurering of outsourcing mogelijk op de helling staat, bijvoorbeeld, of omdat hij op de werkvloer in een conflict verwikkeld zit.
Bij een vermoeden van foute intenties bij een kandidatuurstelling, heeft de werkgever het recht om dit aan te vechten voor de rechtbank. Alleen ligt de bewijslast dan volledig in het kamp van de werkgever, die feiten moet aanbrengen die voldoende zwaar doorwegen om de kandidatuur nietig te verklaren.
Vernietiging kandidatuurstelling slechts bij één op vijf
Al sinds 2004 screenen de onderzoekers systematisch de rechtspraak rond nietigverklaringen van kandidaturen voor de sociale verkiezingen. Over de 4 onderzochte kiesprocedures heen verwees de rechter slechts 1 op de 5 kandidatuurstellingen naar de prullenmand.
In de rechtzaken waarin het wél tot een vernietiging kwam, ging het nagenoeg altijd om gevallen waarin de kandidaat zelf uitspraken heeft gedaan of een handeling gesteld die een indicatie is voor die verkeerde intenties.
“Slechts in 1 op 5 gevallen komt het voor de rechtbank tot een vernietiging. Bezin eer ge begint als werkgever,“ waarschuwt Jan Vanthournout, Senior Legal consultant bij SD Worx.