Grote variatie in loonbeleid in bedrijven

Er bestaat een groot verschil in loonkosten tussen bedrijven in België. Dat blijkt uit nieuw onderzoek bij 22.389 bedrijven door Securex en HR-analysebureau Starfish Consultancy. Bedrijven aan de top van de loonkostschaal kampen met een loonkost per effectief gepresteerd uur die 4,4 keer hoger ligt dan die van bedrijven onderaan deze schaal. Zo kost een effectief gepresteerd uur bij de 10% bedrijven met de hoogste loonkost gemiddeld 46,80 euro tegenover 10,60 euro bij de 10% laagste. Ook zijn er grote verschillen per sector. Brussel spant de kroon als regio met de hoogste loonkost per uur.

“De forse verschillen in loonkost tussen bedrijven, ook binnen eenzelfde sector, tonen aan dat veel bedrijven wel degelijk nog marge hebben om loonkosten te drukken en zo hun concurrentiepositie te versterken,” zegt Heidi Verlinden van Securex.

België staat op de derde plek op de lijst van Europese landen met de hoogste loonkosten. Enkel bedrijven in Denemarken en Luxemburg hebben een hogere loonkost per gewerkt uur. Securex en Starfish Consultancy onderzochten de onderlinge competitiviteit van bedrijven in ons land aan de hand van hun onderlinge loonkostspanning.

De totale loonkost per bedrijf werd gedeeld door het totaal aantal gepresteerde uren van hun werknemers. Vervolgens werden de 10% bedrijven met de hoogste loonkost per gepresteerd uur vergeleken met de 10% bedrijven met de laagste loonkost per gepresteerd uur.

Groot potentieel voor verbetering

De loonkostspanning van 4,4 wijst op een groot verschil in loonkosten tussen ondernemingen in ons land, waarbij de 10% bedrijven bovenaan de loonkostschaal gemiddeld 46,80 euro betalen per gepresteerd uur tegenover 10,60 euro bij de 10% bedrijven onderaan de schaal.

Heidi Verlinden, Research Project Manager bij Securex:

“De forse loonkostspanning benadrukt de grote variatie in loonbeleid in het Belgische bedrijfslandschap. Dit wijst niet alleen op verschillende benaderingen van loonbeheer, maar onderstreept ook dat bedrijven die nu veel betalen toch marge hebben om met gerichte ingrepen hun loonkosten te verlagen. Het is essentieel om de loonlasten te beperken om de concurrentiekracht te behouden en te versterken, zowel op de binnenlandse markt als tegenover bedrijven in het buitenland.”

Ook ziekteafwezigheden van lange duur leiden tot hogere loonkost

Er zijn meerdere factoren die de verschillen in loonkost per gewerkt uur tussen bedrijven in België verklaren. Een kwart (24,9%) van deze verschillen kan verklaard worden door factoren waar werkgevers zelf een impact op hebben. Zo hebben verschillende contracttypes een sterke invloed op de loonkost, maar ook de mate van absenteïsme en van verloop of contractbreuk in een onderneming zorgen voor grote verschillen in loonkost per gewerkt uur.

Meer ziekteafwezigheden resulteren in meer niet-gepresteerde uren, terwijl er intussen toch kosten blijven lopen voor de werkgever, waardoor de loonkost per gewerkt uur hoger komt te liggen. Vooral korte ziekteafwezigheden hebben impact, gezien de werkgever dan gewaarborgd loon betaalt.

Toch verhogen ook ziekteafwezigheden van langer dan een jaar de loonkost per gewerkt uur. Enerzijds door hun vervanging, die doorgaans meer kost per uur (want vaak overuren en bepaalde duurcontracten). Anderzijds omwille van kosten die de werkgever blijft dragen voor de langdurig afwezige werknemers. Dan gaat het (potentieel) om de groepsverzekering, hospitalisatieverzekering, voordeel in natura voor een bedrijfswagen, kosten voor gsm en IT, anciënniteitspremie, koopkrachtpremies en cadeaucheques.

Meer verloop zorgt voor hogere loonlast

In bedrijven waar meer mensen vertrekken ligt de gemiddelde loonlast ook hoger. De werkgever dient aan de werknemer immers meteen verschillende zaken uit te betalen in het geval van de beëindiging van een contract, zoals vertrekvakantiegeld, en het enkel en het dubbel vakantiegeld voor de vakantierechten die de werknemer al had opgebouwd voor het volgende kalenderjaar. In geval van beëindiging van het contract op initiatief van de werkgever betaalt deze ook een opzegvergoeding die wordt berekend op basis van de duur van de opzegtermijn en het basisloon van de werknemer.

De factor met de grootste invloed op de loonkost per gewerkt uur is de hoogte van het brutoloon, maar hier heeft de werkgever minder impact op, tenzij via salarisoptimalisatie.

Heidi Verlinden van Securex geeft bedrijven handvaten om hun loonkost per gewerkt uur te drukken:

“Het inzetten van leertrajecten, studentencontracten of flexi-jobs helpt loonkosten per uur te verminderen. Maar het is belangrijk om een evenwicht te bewaren in de mix van soorten contracten. Een overdaad aan flexibele contracten, bijvoorbeeld, is immers nefast voor de productiviteit. Bovendien is het belangrijk dat werkgevers de effecten van ziekte – ook van lange afwezigheden – en personeelsverloop op hun loonlasten niet onderschatten. Dit onderzoek onderlijnt nog maar eens het belang van een preventief absenteïsmebeleid, gericht op het gezond en gemotiveerd houden van werknemers.”

Drie voorbeelden uit de praktijk

  1. Een bedrijf in België met vijf werknemers die elk jaarlijks gemiddeld 15 dagen kort afwezig zijn door ziekte heeft 1,79 euro meer loonkost per gepresteerd uur dan een bedrijf waar evenveel werknemers slechts zes dagen gemiddeld per jaar afwezig zijn door ziekte. Op jaarbasis ligt de loonkost van het bedrijf met meer dagen ziekteafwezigheid 3134 euro hoger.
  2. In een bedrijf met vijf werknemers vertrekt één werknemer in de loop van het jaar. Dat bedrijf zal voor dat jaar 20 eurocent meer loonkost per gewerkt uur hebben dan mocht iedereen dat jaar aan boord zijn gebleven. Op jaarbasis is dat 349,60 euro in loonkost. Ook gaan er met ontslag veel kosten gepaard die niet rechtstreeks zichtbaar zijn in de loonkost, zoals het zoeken naar en het inwerken van een nieuwe werknemer.
  3. In een bedrijf met tien werknemers volgt één werknemer een leertraject. Dit bedrijf heeft 2,20 euro minder loonkost per gewerkt uur dan een bedrijf met tien vaste werknemers. Op jaarbasis zal de werkgever met het leercontract ongeveer 3845,60 euro minder loonkosten hebben.

Sterke verschillen tussen regio’s en sectoren

Jeroen Naudts, Managing Partner van Starfish Consultancy:

“De bedrijven in Brussel hebben met 27,20 euro de hoogste gemiddelde loonkost per gepresteerd uur. Dit komt door de aanwezigheid van grotere bedrijven in de hoofdstad, die gemiddeld hogere brutolonen uitkeren, minder met flexi-jobs werken en waar meer ontslagen en contractbreuken plaatsvinden. Bedrijven in Vlaanderen volgen kortbij met 26,10 euro per gepresteerd uur. Bedrijven in Wallonië hebben met gemiddeld 20,86 euro de laagste loonkost per gepresteerd uur. De loonkostspanning is wel het hoogst tussen bedrijven in Wallonië, met een factor van 5,06.”

Het onderzoek toont ook aan dat de bouwsector en sectoren verwant aan de metaalindustrie met een loonkostspanning van respectievelijk 7,4 en 6,5 de grootste verschillen kennen tussen bedrijven met de hoogste en laagste loonkost. Dit is te verklaren door de grote verschillen in brutolonen tussen bedrijven in die sectoren, en in welke mate ze gebruikmaken van verschillende contracttypes zoals leercontracten of tijdelijke contracten. Daarentegen zijn er op vlak van loonspanning kleinere verschillen in de zelfstandige kleinhandel (3,3) en in de horeca (2,17), waar de lonen dichter bij elkaar liggen en bedrijven gelijkaardiger zijn.

+++

Over het onderzoek

Deze resultaten zijn gebaseerd op data van het sociaal secretariaat van Securex van 2022. De steekproef voor deze studie telt 22.389 ondernemingen in diverse privésectoren die actief zijn in Vlaanderen, Brussel of Wallonië. Vooral micro- en small bedrijven zijn vertegenwoordigd, maar ook medium en large. Bedrijfsleiders en bedrijven met meer dan duizend werknemers werden geweerd. Ook werden extreme waarden bij de loonkost van meer dan driemaal de standaardafwijking geweerd.

+++

Enkele kernbegrippen

  • Loonkost per gepresteerd uur = de totale loonkost van een onderneming gedeeld door het totaal aantal gepresteerde uren in dezelfde periode door alle werknemers in die onderneming: een mogelijke maatstaf voor de kost van een prestatie-eenheid en dus voor de competitiviteit van bedrijven.
  • Loonkost = de som van brutolonen5, patronale lasten6 en nettovergoedingen7 die de werkgever betaalt voor de prestaties van zijn werknemers. Van dat bedrag worden nog patronale kortingen8 en netto afhoudingen9 afgetrokken.
  • Loonkostspanning vergelijkt de 10% bedrijven met de hoogste loonkost per gepresteerd uur met de 10% bedrijven met de laagste loonkost per gepresteerd uur.

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER